Wat is de betekenis van chemicus?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Chemicus

(Lat.), m. (chemici), scheikundige.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

chemicus

chemicus - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) een wetenschapper die de chemie beoefent Mijn overbuurman is chemicus en veroorzaakt regelmatig explosies in zijn schuurtje. Woordherkomst afgeleid van chemie met het achtervoegsel -icus Synoniemen scheikundige

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

chemicus

chemicus - zelfstandig naamwoord uitspraak: che-mi-cus 1. iemand die zich bezighoudt met het onderzoek naar de samenstelling van stoffen ♢ een chemicus heeft de atoombom ontworpen Zelfstandig naamwoord: che-mi-cus de...

2025-07-15
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Chemicus

scheikundige, een universitair opgeleid wetenschappelijk beoefenaar van de chemie; ook: student in de chemie.

2025-07-15
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

chemicus

chemicus - Wetenschappers die onderzoek of werkzaamheden verrichten met betrekking tot de wetenschap die zich bezighoudt met de samenstelling en eigenschappen van de elementaire stoffen waaruit alle lichamen zijn opgebouwd, de wetten waaraan de combinaties zijn onderworpen, en de verschijnselen die gepaard gaan met de blootstelling van de deeltjes...

2025-07-15
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Chemicus

scheikundige

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)