Wat is de betekenis van chauffeuse?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Chauffeuse

(Fr.), v. (-s), vrouwelijk autobestuurder.

2025-07-15
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

chauffeuse

Het begrip chauffeuse heeft 2 verschillende betekenissen: 1) vrouwelijke chauffeur. bestuurster van een voertuig; vrouwelijke chauffeur. 2) professionele bestuurster. vrouw die het besturen van een voertuig als beroep uitoefent; vrouwelijke chauffeur.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

chauffeuse

chauffeuse - Zelfstandignaamwoord 1. vrouwelijke vorm van chauffeur (beroep) Woordherkomst afgeleid van chauffeur met het achtervoegsel -euse

2025-07-15
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

chauffeuse

chauffeuse - Gestoffeerde stoelen met een lage zitting en zeer hoge rugleuning die naast of voor het haardvuur worden geplaatst

2025-07-15
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Chauffeuse

(Fr. v. chauffer = stoken, verwarmen), lage. gecapitonneerde stoel zonder armleuningen: salonmeubel uit het Second Empire, doorgaans in neo-rococo.

2025-07-15
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Chauffeuse

lage leuningstoel; vrouwelijke chauffeur, (wagen)bestuurster.

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

chauffeuse

(sjo'feuzә) v. (-s) vrouwelijke chauffeur.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

chauffeuse

chauffeuse pseudo-leenwoord Zie: chauffeur