Wat is de betekenis van chaufferen?

...

...

(chauffeerde, heeft gechauffeerd), (<Fr.), een auto besturen.

chaufferen - Werkwoord 1. (inerg) een auto besturen Woordherkomst afgeleid van chauffeur (met het achtervoegsel -eren) Verwante begrippen rijden, vervoeren

chaufferen - regelmatig werkwoord uitspraak: chauf-fe-ren 1. besturen van een auto ♢ oma las de kaart en opa chauffeerde Regelmatig werkwoord: chauf-fe-ren ik chauffeer jij/u chauffeert...

een auto besturen

een auto besturen

v., autoride, -stjûre.

de auto besturen.