Wat is de betekenis van charmeur?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

charmeur

charmeur - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die vrouwen weet te bekoren James Bond is een echter charmeur. Woordherkomst Naamwoord van handeling van charmeren met het achtervoegsel -eur Synoniemen don juan, hartenbreker, ladykiller, vleier Verwante begrippen charmere...

2024-04-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Charmeur

[Fr.] iem. die weet te charmeren door mooie woorden en manieren.

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Charmeur

innemend persoon

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Charmeur

iemand, die de mensen inneemt en bekoort

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Charmeur

(Fr.), m. (-s), iem. die charmeert, zeer innemend is, inz. vrouwen weet te bekoren.

2024-04-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

charmeur

(Fr.) m. charmeuse, v. wie door innemende manieren en woorden anderen weet te bekoren.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

charmeur

m. charmeurs (Fr. zeer innemend persoon).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

charmeur

m. (-s) hij die charmeert.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Charmeur

[Fr.], m. (-s), iemand die charmeert, zeer innemend is, m.n. vrouwen weet te bekoren; (ook ongunstig) die zijn charmes uitspeelt.