Wat is de betekenis van chapelure?

chapelure - Zelfstandignaamwoord 1. een afvalproduct uit de beschuit-industrie, het kan ook worden gemaakt door twee beschuiten of droog brood fijn te wrijven het wordt gebruikt bij het frituren van o.a. kroketten en schitzels ♢ Het wezenskenmerk van de kroket is de korst die uit paneermeel en eistruif...

paneermeel Tja, veel tijd heb ik nu niet, hoor... ik maak eerst de balletjes klaar met fijngewreven beschuit of chapelure, goed gekruid met dit en dat, en dan eventjes braden op de pan. (Louis Paul Boon, Eten op zijn Vlaams) Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 1 Vlaamsheid: 3

(de) paneermeel. Dit jaar échte Merchtemse ballekes. Het gemeentepersoneel maakte duizenden gehaktballekes klaar. Daarin kropen zo'n vijftig kilogram gehakt, honderd eieren en ook nog chapelure. - HN, 26-08-2002.

[Fr.] (cul.) paneermeel; geraspt of gemalen oud brood.

Paneermeel. Ik maak eerst de balletjes klaar met fijngewreven beschuit of chapelure, goed gekruid met dit en dat, en dan eventjes braden op de pan, BOON 1972, 101. Ook o.a.: Boom 3/12/1976.

geraspte korst [v. brood], paneermeel.

[Fr.], v., (gew.) paneermeel.