cathedra
cathedra - Zelfstandignaamwoord 1. zetel (van paus en bisschoppen) Woordherkomst van het Oudgriekse καθησθαι "kathèsthai" (zitten).
Wiktionary (2019)
cathedra - Zelfstandignaamwoord 1. zetel (van paus en bisschoppen) Woordherkomst van het Oudgriekse καθησθαι "kathèsthai" (zitten).
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat., van Gr. kathedra = zetel, stoel, van kat-izein = neer-zetten] spreekgestoelte (oorspr.: van bisschop in kerk, die zijn gelovigen zittend toesprak); ex-, (rk) uitspraak van de paus in zaak betreffende geloof of zeden, gedaan krachtens hoogste leergezag als plaatsbekleder van Christus, en derhalve door leden der katholieke...
Prof. dr. J.C. Groot (1955)
was oorspronkelijk de naam van een gemakkelijke, van armleuningen voorziene en dikwijls rijk bewerkte erezetel, welke gebruikt werd door officiële personen, bijv. de naam voor de keizerlijke troon. De Kerk heeft deze naam overgenomen voor de zetel van de bisschop (tegenwoordig ook troon genoemd) en hem als teken en symbool van de bisschoppelij...
Van Dale Uitgevers (1950)
(Gr.-Lat.), v., katheder; — ex cathedra, (R.-K.) gezegd van een uitspraak door de paus als opperste leraar gedaan in een bepaald punt van geloof of zeden en derhalve bindend voor alle gelovigen; — vand. oneig.: uit de hoogte, op een toon die geen tegenspraak duldt.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: