Wat is de betekenis van cassette?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Cassette

(Fr.), v. (-n, -s), 1. kistje, koffertje, inz. geldkistje; — doos voor tafelgerei; — houder voor fotogr. platen of films; 2. verdiept liggend vlak van een plafond of gewelf.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

cassette

cassette - Zelfstandignaamwoord 1. (techniek) een behuizing voor video- en audiobanden Een videoband zit vaak in een cassette. 2. (techniek) het geheel aan tandwielen op het achterwiel van een fiets Een cassette met ketting. 3. een kistje voor...

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

cassette

cassette - zelfstandig naamwoord uitspraak: cas-set-te 1. kist of koffertje ♢ het bruidspaar kreeg een cassette met bestek 2. houder met band met geluid en/of beeld ♢ op deze cassette staat de t...

2025-07-15
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

cassette

cassette: pignon, het geheel van tandwielen van het achterwiel. Het aantal tandwielen evolueerde van vijf in de late jaren vijftig naar de huidige 11-speed, dat wil zeggen 11 tandwielen.

2025-07-15
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

cassette

(de; -s) - houder met (tegenwoordig meestal negen of tien) (achter)tandwielen.

2025-07-15
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Cassette

doos voor tafelgerei; geldkistje; doosje met geluidsband; verdiept vlak in plafond of gewelf

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

cassette

1. gesloten houder met een film of magneetband en voorzien van twee spoelen die men kan inleggen in een daarvoor geschikt apparaat voor opname of weergave van beeld, geluid of digitale informatie zonder de film of band zelf met de hand aan te raken. 2. zie: foedraal.