Wat is de betekenis van campingbaas?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

campingbaas

campingeigenaar. baas, eigenaar van een camping; campingeigenaar. Voorbeelden: In Vierhouten op de Veluwe heeft campingbaas Fritz Heineman van kampeerterrein De Bunders intussen de eerste cyber-kampeerders ingeschreven. ''Ik heb de afgelopen weken al drie gasten gehad die speciaal voor mijn hotspot kwamen." Het Paro...