Wat is de betekenis van camperaar?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

camperaar

iemand met een camper. iemand die met een camper eropuit trekt; iemand die met een camper op vakantie gaat. Voorbeelden: De Nederlandse Kampeerauto Club (NKC), 'Europa's grootste club van camperliefhebbers', diende deze zomer zelfs een verzoek in om de woorden 'camperaar' en 'camperen' te laten opne...

2024-04-28
Neologismen

Instituut voor de Nederlandse Taal (2020)

camperaar

iemand die met een camper eropuit trekt; iemand die met een camper op vakantie gaat Camperen is iets heel anders dan kamperen. In Zeeland zijn er slechts een handvol speciaal aangelegde plekken waar camperaars kunnen overnachten. Ze liggen niet op de meest idyllische plekken van de provincie. Daarom pleiten camperclubs bij gemeenten voor meer staan...