Wat is de betekenis van buurjongen?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

buurjongen

jongen die naast iemand woont. jongen die naast iemand woont; jongen naast wie iemand woont; ook: jongen die bij iemand in de buurt woont. Komt in de betekenis 'jongen die naast iemand woont' doorgaans voor in combinatie met bepaald lidwoord de (de buurjongen) en in de betekenis 'jongen die in de buurt van iemand woont'...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

buurjongen

buurjongen - Zelfstandignaamwoord 1. een kind van het mannelijk geslacht dat naast je woont Jip is de buurjongen van Janneke. Woordherkomst samenstelling van buur en jongen

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Buurjongen

m. (-s).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

buurjongen

m. (-s) jongen uit de buurt.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)