Wat is de betekenis van busbouwer?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

busbouwer

bedrijf dat autobussen bouwt. Voorbeelden: EMI, voluit Espace Mobile International, kreeg in Vlaanderen naambekendheid toen het in 1993 een order voor 278 lijnbussen van de Waalse vervoersmaatschappij (SRWT) wegkaapte voor de neus van de Lierse busbouwer Van Hool. De Standaard, 1996

Gerelateerde zoekopdrachten