buitenband
buitenband - Zelfstandignaamwoord 1. open band om de eigenlijke luchtband (binnenband) bij voertuigen Woordherkomst samenstelling van buiten en band
Wiktionary (2019)
buitenband - Zelfstandignaamwoord 1. open band om de eigenlijke luchtband (binnenband) bij voertuigen Woordherkomst samenstelling van buiten en band
Jan Luitzen (2009)
(de; -en) 1 - open band om de eigenlijke luchtband (binnenband) van een fiets. 2 spreektaal - (codewoord voor) spier: in de buitenband, (inspuiting) in de spier.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Buitenband - bij een rijwiel, automobiel of een ander voertuig, dat rust op met luchtbanden voorziene wielen, de weerstand biedende en elastische, buitenste omhulling van den z. g. binnenband*, die wèl voor luchtdichte afsluiting kan zorgen, doch te zwak is om weerstand te kunnen bieden aan de ruwe stooten van het te berijden wegoppervlak. Bij den...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-en), (aan een rijwiel, auto) een open band om de eigenlijke luchtband (binnenband) die rem- en stuwkrachten doorgeeft en die wegligging en veercomfort verbetert. (zie luchtband).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: