Wat is de betekenis van Builen?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

builen

builen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord buil

2024-04-28
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

builen

Grote cilindervormige zeef in houten kast die rondgedraaid wordt om het meel te zeven. (Molenwoordenboek B.D. Poppen)

2024-04-28
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Builen

Het meel zeven om de verschillende soorten van bloem of meel van de zemelen of het gruis te scheiden met behulp van de buil (soms ook: buidel).

2024-04-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Builen

is een uitdrukking, die gebruikt wordt in de graanmeel- en aardappelmeelindustrie voor zeven.

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Builen

v., bûlje, bûdelje.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Builen

(builde, heeft gebuild), met de buil ziften; ook van kalk.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

builen

builde, h. gebuild (ziften, d. i. ontdoen van de zemelen met de builmolen).

2024-04-28
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Builen

het ziften v. meel m/d buil, een cylindervormige zeef.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

builen

('builәn) (builde, heeft gebuild) met de buil ziften.