buikig
buikig - Bijvoeglijk naamwoord 1. lijkend op een buik, buikvormig 2. zwaarlijvig, dik Woordherkomst afgeleid van buik met het achtervoegsel -ig
Wiktionary (2019)
buikig - Bijvoeglijk naamwoord 1. lijkend op een buik, buikvormig 2. zwaarlijvig, dik Woordherkomst afgeleid van buik met het achtervoegsel -ig
Veerman (1954)
is een plantendeel, wanneer het hol is en in het midden van zijn lengte omvangrijker dan boven en beneden, vaak ook wat dik en gezwollen. B. zijn b.v. vele plantenscheden, zoals bij vele Schermbloemigen. Ook bloemdek of bloemkroon kunnen b. zijn, wat men ook wel aanduidt als kroesvormig.
Jozef Verschueren (1930)
('buikәch) bn. en bw. (-er, -st) 1. met een dikke buik : een personage. 2. rond uitstaand : -e roemers.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. (-er, -st), 1. zwaarlijvig, corpulent; 2. als met een buik uitstaand: een buikige vaas.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: