Wat is de betekenis van Buiken?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

buiken

buiken - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord buik

2024-04-28
Ingenieurs begrippenlijst

Sonus raadgevende ingenieurs (2017)

Buiken

Buiken zijn de punten van een staande golf waar de uitwijking maximaal is.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Buiken

(buikte, heeft gebuikt), 1. met een buik staan : deze muur buikt; 2. (scherts.) buikig, dik worden.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Buiken

(buikte, heeft gebuikt), 1. met een buik staan: deze muur buikt; 2. (scherts.) buikig, dik worden.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Buiken

BUIKEN, (buikte, heeft gebuikt), met een buik staan deze muur buikt; — (scherts.) buikig, dik worden.