Wat is de betekenis van buidelwolf?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

buidelwolf

uitgestorven buideldier. groot, uitgestorven buideldier uit Australië. Voorbeelden: En op dagen dat hij oog in oog stond met de 'tyger', het monster dat zijn enorme bek in een hoek van honderdtwintig graden opensperde, het verscheurende buideldier dat de eerste ontdekkingsreizigers zo in verwarring had gebracht –...

2024-04-29
Dieren-encyclopedie

Lize Stilma (1961)

Buidelwolf

De buidelwolf doet denken aan een gestreepte hond met bruin haar; de strepen zijn zwart. Zo goedmoedig als onze hond kunnen we deze buidelwolf niet vinden.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Buidelwolf

m. (...wolven), buideldier op Tasmanië met slechts kraakbenige buidelbeenderen, in gestalte en grootte met de wolf overeenkomende, ook buidelhond geheten (Thylacinus cynocephalus).

2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Buidelwolf

Buidelwolf - ➝ Buideldieren.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

buidelwolf

('buidәl) m. (...wolven) op de wolf gelijkend roofbuideldier op Tasmanië (Thylacinus cynocephalus).

2024-04-29
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Buidelwolf

Buidelwolf - (Thylacinus cynocephalus), grootste der carnivore buideldieren (zie plaat Buideldieren I fig. 5). Lengte met staart 1.50 M.; gelijkt op een wilden hond. Leeft in Tasmanië, is een sterk roofdier, dat zich voedt met alle dieren, die hij bemachtigen kan. Zie plaat Buideldieren I fig. 4.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Buidelwolf

m. (-wolven),) (ook: Tasmaanse wolf, Tasmaanse tijger), een buideldier. De buidelwolf (Thylacinus cynocephalus) is een groot buidelroofdier (zie buideldieren) van Tasmanië. Dit hondachtige dier met donkere dwarsstrepen op de rug is ca. 1 m lang, exclusief de ruim 50 cm lange staart. Doordat de buidelwolven de schapen van de Europese kolonisten...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Buidelwolf

BUIDELWOLF, m. (...wolven), ruwstaartbuideldier op Van Diemensland met slechts kraakbeenige buidelbeenderen, in gestalte en grootte met den wolf overeenkomende, ook buidelhond geheeten (Thylacinus cynocephalus).