Wat is de betekenis van brulaap, brulbaviaan, brulkikker?

2024-04-28
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

brulaap, brulbaviaan, brulkikker

iemand die een grote mond opzet; schreeuwlelijk. Naar het in de bossen van Zuid-Amerika veel voorkomende dier. In Antwerpen noemt men een luidruchtig persoon een brulbakkes.Wij, opgeschroefde brulbavianen van het levenslied? (A.M. de Jong, Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928) Grote brulaap, laat me los of ik por je in je maag! (Willy van der H...