Wat is de betekenis van broodheer?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

broodheer

broodheer - Zelfstandignaamwoord 1. (verouderd) iemand waarbij je in dienst bent en waarvan je dus afhankelijk bent voor je dagelijks brood ‘Eigenlijk liggen de scenario’s wel klaar, de zogeheten consolidated appeals liggen op de plank, maar de politieke broodheren van de VN zijn te druk met het best...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Broodheer

m. (-s), (veroud.) werkgever.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Broodheer

m. (-heren), (vero.) werkgever.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Broodheer

BROODHEER, m. (-s), (veroud.) werkgever, voor wien men werkt.

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)