Wat is de betekenis van breidelen?

2024-04-29
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

breidelen

Breidelen verwijst naar het in bedwang houden, of onder controle houden van iets of iemand. Het kan ook verwijzen naar het opleggen van beperkingen.

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

breidelen

breidelen - Werkwoord 1. (ov) (paardrijden) een paard een breidel aandoen 2. (ov) dienstbaar of onderhorig maken De pers werd gebreideld en alle openbare discussie over de grieven tot een hachelijke zaak gemaakt. Woordherkomst Afgeleid van breidel met het achtervoegsel -en

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Breidelen

(breidelde, heeft gebreideld), een breidel aandoen, alleen fig.: in-, betomen: de pers breidelen, de vrije uiting der gedachten in geschrifte belemmeren.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

breidelen

breidelde, h. gebreideld (beteugelen, intomen, betomen; inz. fig.), een paard breidelen; fig. zijn hartstochten breidelen.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

breidelen

(breidelde, heeft gebreideld) 1. intomen : een gebreideld paard. 2. bedwingen : zijn hartstochten -. Tgst. de teugel vieren.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Breidelen

(breidelde, heeft gebreideld), een breidel of teugel aandoen, alleen fig.: bedwingen, beteugelen, intomen, beheersen: zijn hartstochten breidelen.

2024-04-29
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Breidelen

BREIDELEN, (breidelde, heeft gebreideld), in-, betoomen; (ook fig.) iem. breidelen, kortwieken. BREIDELING, v. (-en).