Wat is de betekenis van breedgebouwd?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

breedgebouwd

breedgebouwd - Bijvoeglijk naamwoord 1. breed van borst en schouders Woordherkomst samenstelling van breed en gebouwd

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Breedgebouwd

bn., van pers. of dieren, met brede borst en breed van schouders.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

breedgebouwd

bn.: een breedgebouwde kerel, met brede borst, schouders; ook: het breedgebouwde München, met brede straten en pleinen.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

breedgebouwd

('bre:t) bn. 1. met brede schouders : een -e jongen. 2. met brede straten en pleinen : een -e stad.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Breedgebouwd

bn., van personen of dieren, met brede borst en breed van schouders.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Breedgebouwd

BREEDGEBOUWD, bn. een breedgebouwd man, met breede borst en breed van schouders; ...GERAND, bn. van een breeden rand voorzien, inz. van hoeden; ...GESCHOUDERD, bn.; ...GETAKT, bn. met breede, wijd uitgespreide takken: de breedgetakte beuk; een breedgetakt gewei.