bravour
v. (Fr. dapperheid; inz. muz. meesterlijke kunst van voordracht v. e. technisch moeielijk stuk): met bravour een aria zingen.
M. J. Koenen's (1937)
v. (Fr. dapperheid; inz. muz. meesterlijke kunst van voordracht v. e. technisch moeielijk stuk): met bravour een aria zingen.
J. Kramer (1908)
(fr.) Persoonlijke moed, dapperheid. In de muziek: technische vaardigheid; bravour-aria: moeielijk uit te voeren zangstuk.
J.H. van Dale (1898)
BRAVOUR, m. (-s), groote kunstraardigheid in passages; — deze zangster heeft weinig bravour, maakt weinig trillers; — eene BRAVOUR-ARIA, een zangstuk met moeilijke overgangen en ongewone wendingen, dat goed uitgevoerd, een verrassenden indruk maakt; — (toon.) eene BRAVOURROL geeft gelegenheid op zijn voordeeligst uit te komen; B...
Anthony Winkler Prins (1870)
Bravour, een woord, hetwelk dapperheid, kloekmoedigheid beteekent, wordt in de muziek gebruikt, om eene ongemeene kunstvaardigheid aan te duiden, die moeijelijke passages en zonderlinge overgangen op eene verrassende wijze weet uit te voeren, zoodat de kunstenaar of kunstenares aan de toehoorders een “bravo!” ontlokt. Tot dat einde...
I.M. Calisch (1864)
bravour - m. losse □, trillende zang; deze zangster heeft weinig bravour, maakt weinig trillers, eene bravour aria
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: