Wat is de betekenis van Brandschoon?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

brandschoon

brandschoon - Bijvoeglijk naamwoord 1. (intensief) geheel schoon Woordherkomst samenstelling van brand en schoon

2024-04-26
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Brandschoon

De oorsprong van dit woord herkent men nog in de uitdrukking: die vrouw is zo schoon (of: zo helder) als een brand. Uit het lidwoord ‘een’ blijkt dat wij te maken hebben met een zelfstandig naamwoord. Inderdaad is brand in het Middelnederlands een zeer gebruikelijk woord voor: zwaard. Zeker is het verwant met het gewone werkwoord brande...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Brandschoon

adj., sûkerskjin, sulverskjin goudskjin.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Brandschoon

bn., volmaakt helder, geheel schoon: brandschoon linnegoed; (fig.) geheel nuchter: op Maandag zijn de werklieden niet allen brandschoon.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

brandschoon

bn.; zie brandhelder.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

brandschoon

('brant) bn. (...schone) [brand, zwaard] bn. schitterend schoon : – linnengoed.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Brandschoon

bn., volmaakt helder, geheel schoon: brandschoon linnengoed; (fig.) geheel nuchter: de automobilisten waren niet allen brandschoon.

2024-04-26
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)