Wat is de betekenis van brallerig?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

brallerig

(1957) (stud.) luidruchtig, bekakt; opschepperig. Zie ook: brallen* en bralaap*. • Ik vond haar houding opeens zo brallerig, dat ik haar opzij duwde en andermaal vluchtte. (S. Carmiggelt: Allemaal onzin. 7e druk. 1957) • Dat 'Olga, ik hou van je!' was iets te brallerig geplaatst, dus onmiddellijk ook een beetje onwaar....

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten