Wat is de betekenis van bouten?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bouten

(18e eeuw) (inf.) zijn behoefte* doen; zich ontlasten. Werkwoord afgeleid van 'bout'(staaf, stang) maar ook een oud Bargoens woord voor 'poep'. Het leeft nog voort in de uitdrukking 'dat kan me de bout hachelen': dat kan me niks schelen. Endt (Bargoens Woordenboek) meent dat de grondbetekenis van bout wellicht 'rond, kogelachtig' is en dat het betr...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bouten

bouten - Werkwoord 1. (ov) met bouten bevestigen De stalen segmenten kunnen snel aan elkaar worden gebout. 2. (inerg) (informeel) schijten bouten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bout

2024-04-26
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Bouten

dat kan me niks - dat kan me niets schelen. Variant van je kunt me de bout hachelen. Opgetekend onder scholieren te Delft. Jaren tachtig.

2024-04-26
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Bouten

Charlotte Hendrica Antonia Elisabeth (‘Charlotte’); geb. Amsterdam 29 september 1870, overl. Amsterdam 11 april 1895. Woonde en werkte vnl. in deze stad. Leerlinge van de Rijksakademie te Amsterdam (1886-1890) en van J. van Looy. Raadgevingen van H. W. Mesdag. Schilderde, tekende en etste stillevens, een enkel stadsgezicht en enkele lan...

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bouten

(boutte, heeft gebout), (scheepsb.) van bouten voorzien, met bouten bevestigen ; — blind bouten, blinde bouten slaan.

2024-04-26
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

bouten

zich ontlasten, een grote boodschap verrichten.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bouten

(boutte, heeft gebout), van bouten voorzien, met bouten bevestigen; blind bouten, blinde bouten slaan.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bouten

BOUTEN, (boutte, heeft gebout), (scheepsb.) van bouten voorzien, met bouten bevestigen; — blind bouten, blinde bouten slaan.