Wat is de betekenis van botvink?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

botvink

vink. zangvogel met een korte, dikke snavel, twee witte vleugelstrepen en een melodieuze, harde zang, waarbij het mannetje een roze buik en een blauwbruine kop heeft; vink. Ook voor de naam van de vogel gebruikt. Voorbeelden: Fringilla coelebs, Botvink, Boekvink of Beukvink, het betekent allemaal hetzelfde. http://home.tisc...

2024-04-26
Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen

Klaas J. Eigenhuis (2004)

Botvink

Volksnaam voor de Vink ← in NoordBrabant [Schlegel 1852] en het grootste deel van Vlaanderen (kaartje in WVD 1996, p.95). ETYMOLOGIE Weijnen 1996 veronderstelt een verbastering van Bokvink (zie sub Boekvink) met verkorting van een oorspr. lange oo-klank (in mnl boke 'beuk') vóór de k. De verbastering is echter ws. gega...

2024-04-26
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

botvink

Gewest, ben. voor de gewone vink. De botvink fluit, TEIRLINCK 1952, 1, 131.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Botvink

m. (-en), (gew.) gewone vink.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

botvink

m. en v. botvinken (gewone vink).

2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Botvink

→ Goudvink.

2024-04-26
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Botvink

Botvink - zie VINK.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Botvink

BOTVINK, m. (-en), (gew.) de gewone vink.