Wat is de betekenis van Botrel?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Botrel

telw., (Barg.) vier.

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Botrel

(Theodore Jean Marie) Frans dichter, ° 1863, † 1925; beroemd door zijn liederen, waarin hij het leven der vissers en boeren in Bretagne bezingt.