Botheid
v., 1. hoedanigheid van iets dat bot of stomp is; — fig. domheid, beperktheid van geest.
Wiktionary (2019)
botheid - Zelfstandignaamwoord 1. van een persoon dat deze weinig meelevend is ♢ Dit soort kwesties brengt de discrepantie aan het licht tussen de fraaie woorden die bestuurders en politici altijd weer weten te vinden, wanneer zij bijvoorbeeld op 4 mei stilstaan bij de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorl...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
v. (1 stompheid; 2 domheid; onbeschaafdheid; 3 niet-gladheid): 1. de botheid v. e. mes; 2. botheid en bekrompenheid; 3. de botheid van het ijs.
Jozef Verschueren (1930)
v. (...heden) 1. Eig. het bot zijn: de van een schaar, van het ijs, van een jongen. 2. Metn. uiting van het bot zijn: de ...heden van ongemanierde lummels.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v., 1. hoedanigheid van iets dat bot of stomp is; 2. (fig.) domheid, beperktheid van geest.
J.H. van Dale (1898)
BOTHEID, v. hoedanigheid van iets dat bot of stomp is; — (fig.) lompheid, domheid, beperktheid van geest.
I.M. Calisch (1864)
Botheid, v. (...heden), hoedanigheid van iets dat bot of stomp is; (fig.) lompheid, domheid, beperktheid van geest.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: