Wat is de betekenis van Botering?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Botering

v. (-en), (Zuidn.) 1. bekijving; rammeling ; 2. fopperij, bedrog; 3. verlies.

2025-07-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

botering

(19e eeuw) (Vlaanderen, inf.) pak slaag. • Botering, znw., v. — Rammeling, pak slagen. (A.) (Ook in Brab., z. Sch.) Iemand 'en duchtige botering geven. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. 1899)

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Botering

BOTERING, v. (Zuidn.) bekijving; rammeling; — fopperij, bedrog; — verlies.

Gerelateerde zoekopdrachten