Wat is de betekenis van Boskant?

2024-05-01
Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

BOSKANT

in de 19e eeuw reeds een wijk van de gemeente Sint-Oedenrode; later kerkdorp met na-oorlogse uitbreiding.

2024-05-01
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Boskant

Het aan vier zijden ruw bekapt zijn van een gevelde stam, echter met dien verstande, dat tussen de bekapte gedeelten de ronding van de stam nog over een vrijwel gelijke of grotere breedte behouden blijft. Veelal geschiedt deze bekapping niet over de gehele lengte, doch blijft het topgedeelte onbekapt.

2024-05-01
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Boskant

I. zn. m. (-en), 1. rand, zoom van een bos ; (Zuidn.) uit of van de boskant zijn, geen manieren hebben, slecht opgevoed zijn; 2. kant die naar een bos gelegen is ; II. bw., boskant beslagen, behakt hout, waarvan met de bijl de schors en het spint ten dele verwijderd is, zodat de boomstam enigermate vierkant geworden is maar de schors nog zichtbaa...

2024-05-01
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

boskant

m. (-en) 1. kant, rand, zoom van een bos. 2. nabij een bos gelegen kant, buurt: van de zijn. ook Fig. geen manieren hebben.

2024-05-01
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Boskant

Ned. dorp in de gemeente Sint-Oedenrode.

Gerelateerde zoekopdrachten