Wat is de betekenis van bosbes?

Het begrip bosbes heeft 2 verschillende betekenissen: 1) bes van een plant uit het geslacht Vaccinium. bes van een aantal verschillende, meestal in bossen groeiende heesterachtige planten van het geslacht Vaccinium. Men onderscheidt verschillende soorten die eetbaar zijn, bijvoorbeeld de Amerikaanse bosbes of blauwe bes, de blauwe bosbes...

bosbes - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde), Vaccinium myrtillus wilde bessendragende struik in Europa 2. (fruit) de vrucht van 1) Woordherkomst samenstelling van bos en bes Verwante begrippen blauwe bes

bosbes - zelfstandig naamwoord uitspraak: bos-bes 1. vrucht van heesterachtige plant die in de bossen groeit ♢ we hebben twee emmers bosbessen geplukt om jam van te maken 2. lage, heesterachtige plant die in de bossen groeit...

Bessenvrucht en komt in het wild voor, doch wordt ook gekweekt. Hij is verkrijgbaar van juni tot oktober en komt in vele variëteiten voor.

bosbes - Genus van ongeveer 450 soorten struiken en dwergstruiken. Aan veel van deze soorten groeien eetbare bessen.

groeit in licht bos en struikgewas. De bladeren vallen in de herfst af. De bloemen zijn kleine, hangende klokjes, de bessen worden vers of als compote genuttigd.

(Fr.: blebberbei). Plant. De B. en de rode B. komen voor in het Z.O. De rode B. ook in overgangsveen bij Eernewoude.

1. (bosb.) Vaccinium myrtillus L., fam. Ericacea. De aanwezigheid van deze plant in de onderbegroeiing van een bos wijst i.h.a. op een slechte vertering van het strooisel en werkt deze door eigen zuur strooisel nog in de hand. De b. vormt een dicht wortelnet in de strooisellaag, waardoor een groot deel van de neerslag direct wordt geabsorbeerd en n...

s., blebberbei.