borrelnootjes
(1991) (sch.) kleine borsten. • (Albert Gillissen & Paul Olden: Het eerste Nederlandse Studentenwoordenboek. 1991) • (Marnix en Marjan van Lichtenvoorde: Nieuwe woorden. 1993)
Marc De Coster (2020-2024)
(1991) (sch.) kleine borsten. • (Albert Gillissen & Paul Olden: Het eerste Nederlandse Studentenwoordenboek. 1991) • (Marnix en Marjan van Lichtenvoorde: Nieuwe woorden. 1993)
Wiktionary (2019)
borrelnootjes - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord borrelnoot
Instituut voor de Nederlandse Taal (2019)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: