borgen
borgen - Werkwoord 1. (ov) (techniek) vastzetten ♢ Een schroef borgen. 2. garanderen ♢ Zekerheid borgen. borgen - Werkwoord 1. meervoud verleden tijd van bergen ♢Wij borgen ...
Wiktionary (2019)
borgen - Werkwoord 1. (ov) (techniek) vastzetten ♢ Een schroef borgen. 2. garanderen ♢ Zekerheid borgen. borgen - Werkwoord 1. meervoud verleden tijd van bergen ♢Wij borgen ...
Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)
Een borg is oud Germaans voor versterkte plaats, kasteel of stad. In Groningen vanaf ± 1500: aanzienlijke woning met bijgebouwen van een Ommelander edelman, meestal ontstaan uit een steenhuis of op de plaats van een steenhuis. (Thesaurus landschap)
Wouter Stol (2006)
Maatregelen nemen die ervoor zorgen dat een geslaagde werkwijze bij een volgende gelegenheid als vanzelfsprekend weer wordt toegepast.
Oosthoek (1972)
(borgde, heeft geborgd), 5. beveiligen tegen loswerken. © Naast mechanische borgmiddelen (veerplaten enz.) wordt steeds vaker lijm gebruikt om moeren enz. te borgen, b.v. locktite.
Kramer en de Bruin (1971)
Borgen - het aanbrengen van een beveiliging tegen het losraken van een verbinding. Dit kan o.a. een schroefje zijn door een haak, in plaats van een → mui zing; een lijn of ketting aan bijv. een buitenboordmotor, enz.
Van Dale Uitgevers (1950)
(borgde, heeft geborgd), 1. op krediet geven; (spr.) geborgd is niet kwijtgescholden. 2. (w. g.) te leen geven. 3. zonder gerede betaling kopen: borgen baart zorgen, door te kopen zonder dadelijk te betalen kan men diep in de schuld komen. 4. ontlenen aan, van, bij iem. of iets: geborgde uitdrukkingen, onoorspronkelijk. 5. waar...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: