Wat is de betekenis van Boordsel?

2024-04-28
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Boordsel

garnering, versiersel aan een zoom. Omboorden is: een boordsel maken, ter afwerking van een zoom.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Boordsel

o. (-s), galon, passement, lint of koord waarmede men boordt.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

boordsel

o. boordsels, boordseltje (lint, koord of andere stof, waarmede men boordt): het boordsel van een jas.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

boordsel

o.(-s) dat waarmede men boordt: het van een tapijt, van een schild.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Boordsel

o. (-s), (ook: galon, passement), lint of koord waarmee men boordt.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Boordsel

BOORDSEL, o. (-s), galon, veterband waarmede men boordt; —WEVER, m. (-s), passementwerker; —WEVERIJ, v. (-en), het weven van boordsel; het bedrijf, de werkplaats van een boordwever.

2024-04-28
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

Boordsel

Limbus, instita.