Wat is de betekenis van Boomenrij?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Boomenrij

BOOMENRIJ, v. (-en), rij geplante boomen. BOOMER, m. (-s), BOOMSTER, v. (-s), iem. die boomt.

Gerelateerde zoekopdrachten