Wat is de betekenis van Boomduif?

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Boomduif

v. (...duiven), (Zuidn.) ringduif, houtduif.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Boomduif

BOOMDUIF, v. (...duiven), (Zuidn.) ringduif, houtduif.

Gerelateerde zoekopdrachten