bonten
bonten - Bijvoeglijk naamwoord 1. van bont gemaakt ♢ Haar prachtige bonten muts werd met verf bespoten. Woordherkomst Afgeleid van bont met het achtervoegsel -en
Wiktionary (2019)
bonten - Bijvoeglijk naamwoord 1. van bont gemaakt ♢ Haar prachtige bonten muts werd met verf bespoten. Woordherkomst Afgeleid van bont met het achtervoegsel -en
Pieter Scheen (1980)
Govert; geb. Dordrecht, ged. 4 september 1795, overl. Dordrecht, begr. 3 augustus 1833. Woonde en werkte in die stad, beroep boekhandelaar. Stond in 1819 vermeld als ‘kunstliefhebber’. Aquarelleerde uit liefhebberij.Tentoonstelling te Dordrecht in 1819: stil water met schepen (in waterverf). Scheen 1969.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: