Wat is de betekenis van Bokkum?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bokkum

(1911) (Rotterdam) standje, uitbrander. Zie ook: bokking*. • Heeft de verbolgen politieman die toch ook een mensch is en wiens woede dan toch óók wordt opgewekt als hem de steenen op ’t hoofd worden gesmeten, een beetje te hard van leer getrokken… nou dan krijg-ie een bokkum! (Rotterdamsch nieuwsblad, 08/07/1911) &b...

2024-04-29
Jargon & Slang van Havenarbeiders

Marc de Coster (2017)

Bokkum

Bokkum - een bokkum halen: bij de baas op kantoor een standje krijgen (Rotterdam). Wellicht verbastering van bokje, in de volksmond gebruikt voor een slechte, goedkope sigaar (genoemd naar de vroegere firma Bock Cie te Havanna). In die zin een variant op de sigaar zijn: de dupe, de klos zijn. Vgl. ook: een sigaar krijgen = een uitbrander krijgen.