Wat is de betekenis van bokkenpoot?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bokkenpoot

1) (1906) (sold. en mar.) infanterist; marinier. In het Zuid-Afrikaans wordt een infanterist een 'bokkie' of 'boknaaier' genoemd (zie hiervoor Jean Branford: A Dictionary of South African English. 1987). • bokkepoot (Hoogeveen, ook elders b.v. Amersfoort) soldaat, infanterist; zijn ransel noemt hij „ bokje".. (J. Bersma: Woordenboek, bev...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bokkenpoot

bokkenpoot - Zelfstandignaamwoord 1. (voeding) cilindervormig koekje, waarvan de uiteinden in chocolade gedompeld zijn Woordherkomst samenstelling van bok en poot met het invoegsel -en-

2024-04-29
Klokkenlexicon

Jaap Zeeman (2011)

bokkenpoot

Enkelvoudige lichter die het slagwerk ontgrendelt. De verende punt wordt door een pen op het minuutrad omhoog gedrufkt en laat op zijn hoogste punt het slagwerk vrij. De punt komt door het veertje in een andere stand en zorgt zo voor een onbelemmerd invallen van de lichters. afb. zie Japanse klokken. bombé Gebogen voet van een staande klok waarbi...

2024-04-29
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

bokkenpoot

(soldatentaal) infanterist, vrijwilliger voor het Oost-lndisch leger of marinier. Reeds bij Henke. Volgens Van Ginneken ontleend aan de afdruk van het ijzer aan de schoenhakken in de grond. Salleveldt wijst er evenwel op dat bij de marine, waar men voor de mariniers dezelfde bijnaam gebruikt, gezegd wordt dat de naam afkomstig zou zijn van een oefe...

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)