boezemwater
boezemwater - Zelfstandignaamwoord 1. (waterstaat) overtollig water dat in een polderboezem verzameld wordt om uitgewaterd te worden Woordherkomst samenstelling van boezem en water
Wiktionary (2019)
boezemwater - Zelfstandignaamwoord 1. (waterstaat) overtollig water dat in een polderboezem verzameld wordt om uitgewaterd te worden Woordherkomst samenstelling van boezem en water
Van Dale Uitgevers (1950)
o., 1. water behorende tot de boezem, in tegenstelling met polderwater. 2. (-en), bepaald gedeelte of vak van de boezem.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
noemt men een of ander binnenwater, deel uitmakende van een boezem. Men gebruikt het ook als verzamelwoord om het water in boezems te onderscheiden van polder- en buitenwater.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o., 1. water dat behoort tot de boezem, in tegenstelling tot polderwater; 2. (-en), bepaald gedeelte of vak van de boezem.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: