Wiktionary (2019)
boetekleed - Zelfstandignaamwoord 1. (religie) gewaad waarin sommige boetelingen zich hullen ♢ Katholieken dragen het boetekleed om boete te doen voor eigen of andermans zonden. Zij vinden het een middel om uit vrije wil een beetje te delen in het lijden van Christus Woordherkomst s...
Dr. L.M. Metz (1937)
Kleed van paardengeiten- of kemelshaar, dat men als boetedoening op het bloote lijf droeg naar het voorbeeld van Johannes den Dooper (Mattheus 3 en 4). Het harig boetekleed. Lodewijk de Vrome droeg heimelijk het boetekleed onder zijn kleeren. Bekend zijn de woorden van Dr. Kuijper: Het boetekleed ontsiert den man niet.
Jozef Verschueren (1930)
o. (...kleren) kleed, hemd van grove stof, als boete om het blote lijf gedragen : een van paardehaar.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-klederen), haren kleed of gewaad van iemand die boete doet: het – aandoen, zich boetvaardig gaan gedragen, spijt hebben.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
