boerenkoolslijper
(1908) (diamantslijpers) knoeier, prutser. • Boerenkoolslijper m. Minder vleiende, thans weinig meer gebruikelijke benaming voor een slijper, die, oorspronkelijk niet voor dit vak bestemd, het op gevorderden leeftijd heeft aangeleerd. Ook in het algemeen eene minachtende benaming voor een minderwaardig werkman. (Felix Leviticus, Hen...