Wat is de betekenis van Boerendochter?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Boerendochter

v. (-s), dochter van een boer; meisje uit de boerenstand.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

boerendochter

v. boerendochters (een dochter van een boer; meisje uit de boerenstand; jonge boerin): een rijke boerendochter.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

boerendochter

v. (—s) meisje uit de boerenstand.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Boerendochter

v. (-s), dochter van een boer; meisje uit de boerenstand; jonge boerin.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)