Wat is de betekenis van Boekweitebrij?

v., brij van boekweitemeel gekookt ; — (spr.) het is elk niet gegeven boekweitebrij met hooivorken te eten, het onmogelijke kan men niet doen.

boekweitebrij - Zelfstandignaamwoord 1. (voeding) brij uit boekweitmeel gekookt Woordherkomst samenstelling van boekweit en brij met het invoegsel -e-

BOEKWEITEBRIJ, v. brij van boekweitemeel gekookt; — (spr.) het is elk niet gegeven boekweitebrij met hooivorken te eten, het onmogelijke kan men niet doen; ...BROOD, o. (-en); ...FLENSJE, o. (-s); ...GORT, v. ; ...GRUTTEN, v. mv. gepelde en op den molen verbrijzelde boekweit; — kooksel daarvan met karnemelk.