Wat is de betekenis van Boekweitdop?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Boekweitdop

m. (-pen), vruchtschil der boekweit.

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

boekweitdop

m. boekweitdoppen (boekweitbolster).

2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Boekweitdop

m. (-pen), vruchtschil van de boekweit.

Gerelateerde zoekopdrachten