Wat is de betekenis van Bobbeling?

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bobbeling

v. (-en), opborreling; opbruising.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bobbeling

v. bobbelingen (opborreling).

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bobbeling

v. (-en), opborreling; opbruising.

Gerelateerde zoekopdrachten