Bluts
v. (-en), 1. (veroud.) buil; 2. deuk, kneuzing.
Wiktionary (2019)
bluts - Zelfstandignaamwoord 1. deuk, kneuzing bluts - Bijvoeglijk naamwoord 1. geen geld meer hebbend, blut ♢ Na die aankoop was hij helemaal bluts. bluts - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blutsen ♢ Ik blut...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
deuk (informeel) Een bluts in de auto bijvoorbeeld wordt meestal enkel gedekt bij een omniumverzekering. (De Standaard) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 4 Vlaamsheid: 6
Peter Bakema (2003)
(de, -en) deuk. Bovendien vertoonde zijn auto nauwelijks een bluts. - HN, 25-03-2003 buil. - de bluts met de buil nemen, zowel de positieve, voordelige als de negatieve, nadelige elementen nemen. ‘Soms ben ik wel afgunstig op die andere families, zeker als we ons ergens amuseren en Sven plots merkt dat het 22 uur is’, geeft Isa...
Walter De Clerck (1981)
Deuk, inz. in metalen voorwerpen, auto’s enz.; - (uitdr.) de bluts met de buil nemen, iets voordeligs tegen iets nadeligs doen opwegen. Een wereldbol die in ’t midden van Azië een erge bluts had gekregen, CLAES 1955, 185. In de gemeente Boom (zijn) grootscheepse werken begonnen, die na afloop het hele centrum zullen herinri...
Jozef Verschueren (1930)
I. v. (-en) [klnb.] holle oneffenheid, deuk : zijn schedel die een ontving. Tgst. → buil. II. bn. → blut.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: