Wat is de betekenis van blom?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

blom

(17e eeuw) (in de uitdrukking: jonge blom) (inf.) jonge vrouw. • Ooit waren ze rauwdouwig rondhoerende en hetero”s treiterende jonge blommen. (Willem Bijsterbosch: Van de wachters. 1997)

2024-04-26
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Blom

Zie Bloem

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

blom

blom - Zelfstandignaamwoord 1. deel van een bedektzadige plant met de voortplantingsorganen, dat tijdens de bloei vaak opvallend kleurig en geurig is 2. (figuurlijk) mooi voortbrengsel blom - Zelfstandignaamwoord 1. (figuurlijk) meisje blom - Zelfstandignaamwoord 1. (voeding) fijn gemalen meel Woordhe...

2024-04-26
Begrippenlijst Openbaar Ministerie

Openbaar Ministerie (2018)

Blom

Blom staat voor Bureau Landelijk Officier van Justitie Meldingen Ongebruikelijke Transacties.

2024-04-26
Familienamen

Leendert Brouwer (2017)

Blom

1. In de eerste plaats is deze naam als patroniem te beschouwen bij de verkorte vorm van de van oorsprong Germaanse persoonsnaam Blommert (Bloemaart, Bloemhard). 2. Maar ook kunnen we denken aan een adresnaam, wat zondermeer het geval is voor variant Van de(n/r) Blom, voor iemand wonend in het huis genaamd De Blom of bijvoorbeeld De Goudsblom; onde...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

blom

blom - zelfstandig naamwoord 1. een kring gekleurde blaadjes op een steel ♢ de blommen in de tuin staan er prachtig bij 1. Aylin is nog een jonge blom [jeugdig en onbedorven] Zelfstandig naamwoord...

2024-04-26
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

blom

(de), bloem (gezeefd tarwemeel). Reeds weken van te voren werden aankopen van blom, boter, suiker ( ) enz. gedaan en in ruime hoeveelheden opgeslagen (Dobru 1968a: 36). Etym.: Oudste vindpl. : de rekening van de brandschatting door Cassard van 1712 (zie Hartsinck 1770: 720). In N veroud. gew., o.m. dial. in Zeeuws (Ghijsen).

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

blom

bloeisel; blomplant; beste; die fynste meel; geblom, blomme dra, bloei.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Blom

v. (-men), (gew.) bloem.