bloesem
bloesem - Zelfstandignaamwoord 1. het bloemengeheel van een vruchtboom ♢ De aanhoudende koude bedreigt de bloesems van Limburgse appelbomen. Verwante begrippen bloesemgeur, bloesemtak, bloesemtocht
Wiktionary (2019)
bloesem - Zelfstandignaamwoord 1. het bloemengeheel van een vruchtboom ♢ De aanhoudende koude bedreigt de bloesems van Limburgse appelbomen. Verwante begrippen bloesemgeur, bloesemtak, bloesemtocht
Muiswerk Educatief (2017)
bloesem - zelfstandig naamwoord uitspraak: bloe-sem 1. bloemen van vruchtbomen ♢ de bloesem van de perenboom is het fraaist Zelfstandig naamwoord: bloe-sem de bloesem de bloesems...
Hans Heestermans (1977)
bloesem - maagdom. Ja, Vrienden! 't is een wondre tijd En ieder is zijn bloezem kwijt, (ENGELHART), Kinderen mijner jeugdige Lossigheden 117 [1806].
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), 1. bloem als datgene waaruit zich later een vrucht ontwikkelt; 2. verzamelnaam voor al de bloemen van een plant, inz. van vruchtbomen: de bloesem valt af ; bloesem dragen, in bloei staan; 3. (fig.) bloei.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: