bloemkolen
1) (1991) (ww.) (mar.) zich veel te veel zorgen maken; voortdurend gestresseerd zijn. Bloemkool slaat hier op een maagzweer. • Bloemkolen. Zich (overmatig) zorgen maken; stressen zonder dat daar reden voor is. 'Tijdens de oefening liep Bak I weer te bloemkolen.' Bloemkool bargoens voor maagzweer. (Fré Harmsen: Van b...