Wat is de betekenis van Bloedbeuling?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bloedbeuling

m. (-en), (v. als stofn.) bloedworst.

2025-07-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

bloedbeuling

(18e eeuw, vero.) (scheldw.) sukkel; domoor. • 't Is een bloedbeuling. Dit zegt men van ymand, die geen vernuft noch moed heeft, als stak'er slechts bloed, en geen geest in zyne huid. Het zelve is, Hy is maar drek en darmen. 't Spreekwoord, Hy is een bloed, of arme bloed,kan van dit bloedbeuling afgekort zyn. (Carolus Tuinman: De oorsprong en...

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bloedbeuling

m. (-en) 1. Eig. bloedworst. 2. Metf. sukkel.

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bloedbeuling

m. (-en), bloedworst.